zondag 14 juli 2019

Märklin en ijstijd in Denemarken

Wat is het zeilen hier toch mooi in Denemarken. Het is met niks te vergelijken.
Nu wil ik ook niet zeggen dat ik al zoveel vergelijkingsmateriaal heb. Het is gewoon ongelofelijk hier.
 

  
Waar je ook kijkt zie je water kabbelen of met koppen schuim op de golven. Verschillende kleuren groen, geel en oranje als penseelstreken in het landschap. Het water is zo breed dat je de oevers ziet. Een Märklinlandschap.




De plaatsen waar we tot nu toe zijn geweest, daar hebben we de jachthavens bezocht. Al 1 keer geankerd in Hurøpshav. 



Dat komt door het weer. Dat zit nog niet echt mee. Naar onze begrippen. De Denen hier lopen gewoon in korte broeken en shirtjes en zwemmen in de zee. De toeristen lopen in lange broeken en vesten en wollen mutsen op.
En dan nog is het overweldigend.


Denemarken is net iets groter dan Nederland en er zijn maar een dikke 5,5 miljoen Denen. Nou ik zou het wel weten als ik een Deentje in de dop zou zijn. Als Dopdeentje zou ik meteen een zeilboot kopen en heerlijk gaan rondzeilen. En verder niks.
Huizen met rieten kappen, sommige half verzonken in het landschap omzoomd door wuivende velden, een paar koeien met de hoeven in het water; onverstoorbaar.


Het verveelt nooit en je wilt vanzelf van het ene eiland naar het andere, liefst naar ankerplekjes.

Die zon. Die is echt verraderlijk hier. Onze winterhandschoenen en mutsen worden flink gebruikt. Zeilpakken en vesten zijn bijna versleten. Als ik mijn hoofd boven de sprayhood uitsteek krijg ik ijspegels in de stoppels onder mijn neus.


Kalvø ook al zo’n pareltje. De afmeerpalen staan hier een beetje dicht bij elkaar, de lengte van de boxen zijn prima. Dus een beetje wringen, palen met behulp van de buren wat uit elkaar laten trekken en je ligt lekker stevig. Zo doen ze dat hier en help je elkaar.

Houtvuurluchten kwamen onze kant uit toen we hier vroeg in de ochtend weg zeilden. Vikingschepen; langboten, oorlogsbodems uit vervlogen tijden. Ze lagen langs een oever bij een vlammend houtvuur. Mannen, vrouwen en kinderen in berevellen en helmen met horens erop. Alleen de witte thermoskannen op een formicatafeltje verbond hen met de huidige tijd.

Al dagen aanhoudende harde wind uit de verkeerde hoek en koude winden. De weersystemen zijn hier iets vasthoudender dan in Nederland. Harde wind uit het West Noord Westen of nog noordelijker, kracht 5 of 6. Daar komen geen warme winden vandaan.
Wel donkere wolken met een duistere sfeer. Met soms zonnestralen door die donkere wolken. Het lijkt we de start van een nieuwe ijstijd.
Maar het is wel ongelofelijk mooi hier, verstild.









maandag 1 juli 2019

GTL en galopperende paardenkrachten

Er is al heel veel geschreven en gepraat over GTL, gas to liqueds, een andere vorm van dieselproductie en dus brandstof voor dieselmotoren.
Dit verhaal gaat over geluiden horen die er wel of niet zijn of er wel zijn als je het net niet hoort en er niet zijn als je het wel denkt te horen.
“Bist du verruckt??  aufname fertig” zouden ze hier in Duitsland misschien wel zeggen.

Maar goed, GTL, het is iets duurder dan gewone diesel, geen probleem, we hebben alles over voor het behoud van de wereld voor ons nageslacht. Bij het starten van de dieselmotor rookt deze niet, de brandstof ruikt niet naar de bekende diesellucht. Dat is in een kleine ruimte van een boot wel zo fijn, in combi met die andere menselijke luchten is het vaak toch al niet te harden.
De motor zou iets stiller zijn. Ook prettig.
Dat zijn wel mooie pluspunten om het te proberen.
Echter voor oudere dieselmotoren zou het minder goed zijn omdat er uitdroging van sealings of rubbers zou kunnen optreden en dus lekkage.

Nu is onze boot van 2003 en heeft een Volvo Penta MD 2030 dieselmotor. Ik reken dat nog niet echt tot de oudere motoren. Onze eerste boot een Albin 79 was 28 jaar oud toen wij die kochten in 1994 en had een Volvo Penta MD5a motor, 1 cilinder en liep als een tierelier. Dat bootje zeilt nog steeds rond met die motor, dat noem ik een oude motor. 




Maar goed, aangetrokken door de over het algemeen positieve verhalen heb ik gaande weg de dieseltank gevuld met GTL en zo ontstond dus een mengsel van gewone diesel met GTL tot 100 % GTL aan het einde van het vaarseizoen. Uiteindelijk een opgetopte dieseltank van 170+ liter GTL. Want er gaan ook best nog wel wat liters in de vulslang vanaf de tankdop naar de tank zitten. Het zou mij niet verbazen als het allemaal bij elkaar toch een 180 liter is.

En ook “gaande weg“ dat er vorig jaar een, ik noemde het maar, een wisselend toerental ontstond. Het jankte een beetje op en neer van Weu euheu Weu euheu en dat dan de hele tijd tijdens het uit- en invaren van de haven, zo’n 10 á 15 minuten. Ik zou jullie graag het gehoor geven van hoe het klinkt. Maar om dit hier zo’n 10 minuten lang te gaan typen is ook overdreven. Het zou jullie wel een aardig beeld geven hoe het klonk als wij de haven uitvoeren en het zeilplezier moest dan nog beginnen. Niet echt een leuk geluid om naar te luisteren.
Het blijft in het hoofd rondzingen ook als je lekker in bed ligt Weu euheut het toch maar door.
Je gaat het zelfs op andere momenten horen terwijl er geen boot in de buurt was. Dan keek ik maar eens om mij heen of niemand zag dat ik paranoia werd.

Hier en daar navraag gedaan en het zou kunnen zijn dat er valse lucht aangezogen wordt,
het zou aan de dieselpomp kunnen liggen of aan pinnetjes, palletjes en veertjes van de regulateur van de morsekabelaansluiting of vervuilde diesel.
Gelukkig kun je veel op internet vinden en de dieselpomp van deze motor moet het met gemak 20.000 uur uithouden. Ondertussen heeft deze motor er pas iets meer dan 1800 uur opzitten in 16 jaar.
Toen hoorde ik ook dat het wisselende toerental “Galopperend toerental” werd genoemd. Galopperend toerental met galopperende paardenkrachten tot gevolg.

Om het een en ander uit te sluiten eerst begonnen met het opnieuw ontluchten van de dieseltoevoer. Hiervoor had ik jaren geleden al eens een handzamere opvoerpomp gemonteerd waarmee je makkelijker kunt ontluchten. Dit in plaats van het onhandige vingeropvoerpompje dat onder aan de motor zit en waar je een lamme middelvinger van oploopt.
Voordeel hiervan is dan wel weer dat je die vinger niet meer kunt gebruiken voor andere verwijzingen, maar daar gaat het hier niet over. Uiteindelijk was het geen valse lucht.

Hierna schone diesel in een losse schone dieseltank op de dieselslangen aangesloten en daar een weekendje op gevaren. Dat hielp niets, dus het lag niet aan de diesel.
Daarna dus maar de pinnetje, palletjes en veertjes rondom de regulateur van de morsekabelaansluiting vervangen. Niet door mijzelf maar via een jachtservicebedrijf dat ook goed meedacht over waar het probleem zou kunnen zitten.



En toen was het probleem over. De laatste paar weken van het jaar heerlijk uitgezeild en de motor gebruikt zonder Weu euheu Weu euheu,  hoe heerlijk kan een dieselmotor klinken. Je zou haast niet meer zeilen.
Die laatste gedachte had ik niet moeten hebben.

Gaande weg natuurlijk met andere voornamelijk motorbootvaarders in het Westlandse kringetje over de galopperende toerental gesproken. En deze motorbootvaarders hadden zo hun bedenkingen bij de GTL, zonder eigenlijk te weten waarom. GTL kon gewoon niet de 100% vervanger zijn voor diesel. Wel in een bepaalde mengverhouding maar niet 100%. Maar welke verhouding dan, tja??

Het nieuwe jaar begon voor ons zeilend pas laat, 19 april 2019 werd de motor voor het eerst gestart. Nadat deze op 4 november 2018 voor de laatste keer van dat jaar was gestopt,  zonder galopperend toerental!! 
De spanning was hoog, hoe gaat het klinken. Dat starten ging perfect. In 1 keer aanslaan, zonder rookuitstoot en meteen lekker ronddraaien echter met Weu euheu Weu euheu.
Ik dacht nog, och als ik dik 5 maanden stilgezeten zou hebben moet ik ook even de spieren strekken en op gang komen.
IJdele hoop bleef die gedachten en het bleef Weu euheu Weu euheu en het ging niet meer weg. Soms dacht ik of toch wel???

Wel was het soms, dat ik bij het herstarten van een warme motor, ik het niet meer hoorde. Ik begon van alles te bedenken na van alles dat ik over GTL had gelezen.
Er is een verschil in soortelijk gewicht tussen deze twee dieselbrandstoffen. Veroorzaakte het schudden van de boot, het terugvloeien van diesel via de retourleiding die betere mengverhouding?
Waardoor je het soms wel of niet hoort?

Was er bij die motorbootvaarders uit het Westland op een mooie dag een verjaardag. Dan komen de sterke verhalen naar boven. Een man van de TU heeft een opduwertje met een oud dieselmotortje en deze man dacht:/ GTL dat is de nieuwe brandstof. Echter dit oude dieselmotortje kreeg last van recalcitrant gedrag en galoppeerde alle kanten uit, met onregelmatige toeren. Het wilde gewoon oude vertrouwde diesel. Niks van al dat modernisme in mijn oude motorlijf. Zo gezegd zo gedaan en het oude dieselmotortje ronkt weer met rustige toerende paardenkrachten.

Ondertussen hadden wij al weer behoorlijke wat mijlen achter de spiegel en brandstof verstookt, zonder roken wel te verstaan. Hierdoor is voor onze reis naar de Oostzee onze dieseltank bijgevuld met normale diesel. Zodoende was er al een mengverhouding ontstaan van ongeveer 70 liter normale diesel op 100 liter GTL.  Na de Nederlandse kust, oversteek naar Helgoland en het EiderSperrwerk merkten we, terwijl we al een eind de Eider op te zijn gemotord, dat we geen galopperend toerental meer hebben. Niet bij het starten en ook niet voort tuffend omdat we niet kunnen zeilen. En nog steeds niet roken bij het starten.

Nu nog uitzoeken in welke verhouding we GTL en normale diesel kunnen gebruiken. Want de GTL zorgt wel voor: rustiger draaien van de motor met minder geluid en niet roken tijdens het starten. Voor nu denk ik 60% diesel en 40% GTL.

maandag 24 juni 2019

Stellendam, IJmuiden, Den Helder, Vlieland en Helgoland: Zout water

Hoe begint een schrijver,  verteller of iemand zoals ik,  die zomaar wat opschrijft over zijn belevenissen, eigenlijk zijn verhaal. Wordt eerst een titel verzonnen of ontstaat zomaar een verhaal en wordt er dan later een titel bij verzonnen die de lading dekt?
Geen flauw idee maar deze titel geeft de route weer die we gevaren zijn tot we over staken naar de Eider. Trouwens heel veel eenden hier op de Eider.

IJmuiden was gewoon een tussenstop en gelukkig ’s-avonds pas binnengelopen, rare uitdrukking als je aan het varen of zeilen bent, maar goed er zijn wel meer rare uitdrukkingen. Zo de wind waait, waait mijn petje. Ik zou zeggen , zo de windt waait, waait het rokje, veel leuker toch??
Anneke en Cees kwamen even op de koffie en ik dacht nog, ha mooi komt iemand aangelopen om te helpen met aanleggen was het Cees al. Hij deed 3 kwartier over een stukje waar wij 11 uur over gedaan hebben en dan hadden we nog stroom mee ook. Voor de rekenaars onder ons , ook een stuk stroom tegen. IJmuiden binnengelopen met stroom mee.


De volgende dag met de stroom mee op naar Den Helder, ook een tussenstop. Hier hebben we jaren geleden een half jaar onze boot als woonboot gehad, dus die stad kennen we wel. Na de bakker en de AH op naar Vlieland. Buiten om Texel heen via het Molengat met zeehonden. Wel uitkijkend naar containers of flatscreens. De waarschuwingsberichten worden er nog steeds voor uitgezonden.



Niks van dit alles gelukkig en Vlieland kwam steeds meer in beeld. Een vriendelijk en uitnodigend eiland. Een strandbal kwam ons op zee al tegemoet en deze meteen maar naar binnen gehengeld. Toch nog aan het vissen geslagen en een oefening “man over boord” gedaan. De rust begon al wat meer op ons neer te dalen en hier een dagje extra gebleven.




Een paar fietsen gehuurd en het eiland verkend. Op een verlaten idyllisch stukje strand tussen het helmgras romantische gevoelens proberen op te wekken echter dat werd woest in de kiem gesmoord en het bleef bij gedachten. 


Twee F16’s die een schietoefening hielden op de Vliehorst. Ook wel weer bijzonder dat op een eco eiland als Vlieland je dit zo laag om de oren vliegt. Het blijft wel imponerend om te zien hoe het mondingsvuur onder vleugels oplicht. Om daarna de vliegtuigen met een scherpe bocht en donderend geraas te zien wegdraaien. Dan maar door naar het volgende eiland midden in de Duitse bocht.

Helgoland stond op het menu van vele onbekende plekken die nog moeten gaan volgen. De Duitse Bocht oversteken. Vele moeilijke verhalen zijn daar al over geschreven en hebben we gelezen. Gelukkig hadden we in de haven van Vlieland een buurman die het al eens gedaan had. De route die we zelf hadden uitgestippeld werd met zijn opmerkingen nog wat aangepast. Inderdaad gewoon boven de eilanden langs tot Jade 2 en dan schuin oversteken naar Helgoland. Het tij hadden we goed uitgerekend, rond “hoog water”,  om 11.45 uur op weg naar Helgoland. De bedoeling om de volgende dag zo rond 12.00 uur aan te komen. 1 nacht doorzeilen waar ik wel weer zin in had. ’s-Nachts is het zo mooi op zee, fluoriderende algen die oplichten in de golven, lichten van boten in de omgeving, maanlicht, sterren en leegte. Lia lekker haar shift, om wacht te houden,  laten slapen.  Wat dan wel weer tot gevolg had dat je wat vermoeid raakt en je ineens een koe hoort loeien midden op zee… En ook nog zodanig dat je denkt, die moet nodig gemolken worden.  Blijkt de Veiligvaarwaterbrulboei van Helgoland te zijn. 



Uiteindelijk zo om 13.00 uur gestapeld als 8e boot aan de steiger.

Helgoland heeft dus wel meer met beesten, dan alleen die koe op zee. Het is een belastingvrij paradijs en daar komen veel Duitsers uit de omgeving op af en heel veel vogelaars. Het eiland staat bekend om het broedgebied van de Jan van Gent, nou meer Jan van zonder Vrees. Ze vlogen af en aan. Je staat aan de rand van de afgrond, gelukkig aan de goede kant van een hek. Ze komen over je hoofd aanzweven. Je kunt ze bijna aanraken. Hun staartveren naar beneden duwend alsof het de Flaps van een vliegtuig zijn. Voor je ogen zweven ze langzaam naar de rand van de klif. Om dan de staartveren te laten uitwaaieren, je ziet de veertjes trillen en om dan met ware doodsverachting snel naar beneden te duiken. Je hoorde de vogel bij wijze van spreken in zichzelf zeggen:  Flaps In , Flaps Out, go down.  Ondertussen zat er een andere Jan van Gent, ik denk eerder een Jantine van Gent, trots op een nest jonge Jantjes van Gent te kijken hoe haar eigen stoere Jan van Gent zonder Vrees  zo naar beneden dook. Om even later weer vol adrenaline terug zwevend op die vol trots kijkende Jantine van Gent neer te dalen en boven op haar te landen. Vol van ontlading en spanning van de duikvlucht werd zij door hem in haar nek gebeten. Het broedseizoen was in volle gang en terwijl Jan van Gent zijn Jantine van Gent in de nek beet als een soort liefdesritueel stond Jantine van Gent met haar platvoeten boven op haar kroost te trappelen.  Dit gaf de nodige onrust in het nest van jonge Jantjes van Gent die alle kanten uitwurmden om onder die platvoeten van moeder Jantine vandaan te komen .
Dat is pas echt bijzonder.



Dat was eigenlijk wel het enige op Helgoland. Het is niet zo bijzonder om die andere rondbuikige diersoort met kratten en dozen belastingvrije drank en sigaretten aan boord te zien kruipen en we wilden door naar de Eider.


Hiervoor moesten we “3 uur voor laag water Helgoland” uit Helgoland weg, dus zo om 06.30 uur. Beetje marge erbij dus kozen wij voor 06 uur. Mooie tijd om de buren wakker te maken, altijd leuk. Nu lig je in Helgoland gestapeld aan de kade en wij lagen als boot 8 en naast ons lagen nog 7 boten. Niet leuk en gelukkig was het rustig weer. Je voordek lijkt wel een trottoir. Moet je je voorstellen hoe je hier ligt te slingeren bij een beetje wind. En dan zo 5 rijen dik.
We waren niet de enige die vroeg weg wilden. Naast ons lagen twee Duitse gasten, boot 9, die terug moesten naar Hamburg. Dat kwam dus goed uit.

Maar de volgende ochtend was het toch wat moeilijker dan gedacht, niet bij ons of onze buren, boot 7 en die twee Duitse gasten. Maar bij de mensen die daar weer naast lagen en wilde blijven liggen. De winkels voor de belastingvrije drank waren toch nog niet open. Jammer dan, wij wel wakker.
Uit een van die boten kwam een zeerob naar boven, keek even rond, krabde zich op een plek die ik hier niet zal beschrijven en keek weer eens rond. Toen liet hij zijn vrouw maar de rest doen. En dan bedoel ik gelukkig niet het krabben. Het was mooi windstil weer en geen golven, mooi om los te maken en weg te varen. Voor ons  was al een rij helemaal weg,  dus vrij water om vooruit weg te varen. Maar nergens werd er in ons rijtje losgemaakt. Ja die twee Duitse gasten en onze buren aan de andere kant.  Van een Engelsman naast de krabbende zeerob hoorden wij : This is how they do it here. Ik zei tegen hem:  Oke, then we break that chain. Waarop hij weer zei. Yes, you did that before and it worked. Op naar de Eider.

Dat je zo vroeg moet vertrekken zat hem dus in het feit dat je “3 uur voor laag water Helgoland” richting het Eidersperrwerk moet. Een kleine uitvoering van de Oosterscheldestormvloedkering.
Het Eider gebied is een getijdengebied met een prachtige natuur, doet ook een beetje denken aan de Steenbergsche Vliet maar dan veel ruimer en groter.

Slingerend door de geulen van de kwelders en kreken met stroom tegen, dus steeds minder water onder de kiel. Af en toe stond de dieptemeter dan ook op NUL. Daar zit wel een beetje speling in maar het blijft toch spannend en tja ik heb een reputatie van aan de grond lopen. Daar ben ik niet trots op, maar ik zeg het hier maar vast en het komt ook altijd wel weer goooeeeed maar toch;  het blijft spannend.  Tegen de tijd dat je bij het Sperrwerk in de buurt bent gaat de vloed mee staan en komt er dus meer water. Wat een vlakte en wat een ongelofelijke bak water komt er achter je aanzetten.  Als het hier spookt gaat het ook verschrikkelijk te keer, wat een oerkrachten komen er dan vrij.
Vandaag was het super, heerlijk windje, wel de motor bij om de juiste snelheid te halen. Blik op de omgeving, zeehonden, water en vogels. Op de Eider was het vooral buitenbochten van het vaarwater aan houden om nog diepte te hebben tot aan Tönning.

Leek mij wel leuk om daar de rest van de dag door te brengen. Als het laag water wordt, zak je wel met de kiel in de zachte modder maar dat is geen probleem. Echter de haveningang van Tönning dacht daar al heel anders over. Vast in het midden en nog stroom mee ook. Toch nog te laag water dus???  Gelukkig kwamen we los door  een andere zeilboot die om ons heen draaide de haveningang in. Die veroorzaakte wat golven zodat dit ons loszette.
Deze zeilboot had  1.35 m diepgang en ging wel heel stug en traag door het water,  alsof ze door de modder gleden met de kiel.  Dus niet naar Tönning, dan maar door naar Friedrichstadt ook wel Klein Amsterdam, genoemd, gelukkig klein maar…. Dat was zo ie zo ook al wel de bedoeling maar pas de volgende dag of zo, na Tönning.

Twee bruggen later, waarvan 1 een spoorbrug is. Hiervoor moet je toeteren om er door te mogen. Twee platte lange streepjes staat er in de Pilot. Volgens Morse is dat de letter M. Wat dat met treinen of treinbruggen te maken heeft weet ik niet.  Ik toeter mooi twee lange stoten, komt er een trein, daar vroegen wij niet om en verder gebeurde er niks. Misschien zijn het korte streeptjes, de letter i . Weer twee keer toeteren, nu kort, komt er weer een trein.
Nu durf ik niet meer te toeteren en de brug gaat open. Zo zie je maar weer , wie niet toetert wordt geholpen.
En na weer een keer vastzitten bij de ingang van Friedrichstadt lagen we uiteindelijk in een box met de kiel in de zachte modder, maar we bewegen wel.

dinsdag 11 juni 2019

Need for speed en mannetjes

                   


Aan de ene kant wil je er zo lang mogelijk over doen, want ( de 2 pinten zongen het al)  lekker is maar ene vinger lang en ja daar wil je dan wel zo lang mogelijk van genieten. Aan de andere kant wil je er de snelheid uithalen die er bij hoort, toch??

Dus nog even de onderkant schoon laten spuiten want die vieze groene aanslag is er wel de oorzaak van dat je tienden van knopen langzamer gaat of later aan de rumpunch zit. 
Dat heet in het Deens dan weer Gammel Dansk.
Ik heb eens opgezocht wat dat is en je wordt er behoorlijk gammel van.  
En ja, zelf ga je toch ook minimaal 1 keer per jaar in bad. Dus vorige week nog even een dag geschrobd en gepoetst, een anode vervangen en klaar voor de reis.

  
                          

Alle kaarten zijn geüpdate en in papieren versies aangeschaft, je weet maar nooit. Als de stroom uitvalt kun je in ieder geval op de papieren versie verder varen en je positie bepalen. Natuurlijk heeft een laptop een eigen batterij maar je zult net zien dat die er dan ook even geen zin in heeft. Op het water neem je het zekere voor het onzekere dus:  dubbel check.


En de scheepvaartberichten en het weer al een tijdje in de gaten aan het houden. Want al was het januari 2019 en zijn er ondertussen al veel containers gevonden, men is er toch nog niet helemaal van overtuigd en wij hoeven niet Robert Redford te worden. 



En overal is een mannetje voor, helpen afspuiten, helpen updaten, helpen bloggen en ook nu weer heeft René ons geholpen met onze blog. Hij heeft het nog mooier gemaakt dus als jullie ons willen blijven volgen mag dat op : hulluporo2019.blogspot.com

zondag 12 mei 2019

DANMARK HER KOMMER VI.

Danmark her kommer Vi!!

Aan dit taaltje zullen jullie de komende tijd wel moeten gaan wennen, anders wij wel.
Knekkebrud mot smeurkues, veel anders gaat het niet worden, maar dan in het echt.

Met een beetje oefenen kom je er vanzelf uit….

Men endnu en uge eller 5 og så er det dengang igen. Bunterne løs og vind i sejlene og op mod nord. Vi ses. Der er forskellige muligheder, og vi bestemmer, hvornår vi forlader. Vejret er vores guide, så længe det er i retning af Danmark, Fordi ellers har vi de forkerte kort. 

Oké, ik zet de vertaling er onder:


Maar goed, nog een week of 5 en dan is het weer zover. De trossen los de wind in de zeilen, op naar het noorden. We zien wel. Er zijn verschillende mogelijkheden om daar te komen en we beslissen op het moment dat we vertrekken. De wind is onze gids, als ie maar wel richting Denemarken staat, want anders hebben we verkeerde kaarten.

De zeilen zijn gecontroleerd en hersteld waar nodig, de lijnen zijn gewassen en ruiken heerlijk naar de Persil en zijn weer door de mast getrokken.

Dat was nog wel even een dingetje, goedkoop is duurkoop.
Ik had 2 te dunne hulplijntjes door de mast getrokken om 2 vallen er uit te halen en te kunnen wassen. Voor de andere vallen had ik een dikkere hulplijn getrokken, maar die was op. Gevolg gebroken hulplijntjes. De restanten waren zelfs bij de buurman om de windrichtingaangever gewaaid en gedraaid. Die stond dus vast, door mijn toedoen.

Zondag 7 april. Het was een mooie lentedag. Tja, dan word je de mast in gekeken en kruip je met een stukje fietsketting aan een lijntje naar boven.
Daar aangekomen friemel je dat over een katrol heen om het naar beneden te laten zakken. Aan de binnenkant van de mast, wel te verstaan.
Lia, voor mij gezien, beneden op het dek met een haakje, ook aan het friemelen om de fietsketting uit mast te krijgen te trekken.
Gelukkig was ik 15 meter van haar verwijderd en kon dus niet verstaan hoe lief ze mij vond. Na verloop van tijd lukte het haar om de fietsketting door de mast naar buiten te krijgen en prees ik haar de hemel in, ik had gelukkig 15 meter voorsprong.

Daarna met wat hulp van de buurman, die van de windrichtingaangever, waar ik dus ook nog voor in de mast moest, ook weer 15 meter, lukte het ook om de 2e lijn door de mast te krijgen. Een kleine 1.5 uur later was alles dan wel weer gelukt. Ook een koudje opgelopen op die mooie lentedag.
15 meter boven het water waait het iets anders. Dus een paar dagen later, blaffen als een zeehond. De rest vertel ik niet, want dat hoort gewoon bij griep en die details bespaar ik jullie.
In het Deens: snot koldt, hovedpine, sprøjt...( de rest zeg ik niet, kan echt niet in een blog)


O, en we zijn ook nog aan het verhuizen. De boot gaat gebruikt worden als ons onderkomen voor de komende tijd. Dus die is volgeladen met niet alleen spullen voor de reis naar de Oostzee. Dan wordt het wel een beetje krap. Gelukkig kunnen we ook nog gaan logeren bij vrienden op 13 hoog. Dus het blijft wel waaien. Want dat weet ik nu. Als het zachtjes waait op het dek, waait het boven in de mast een stuk harder.